De specifieke kenmerken van de babyhuid

Bij de geboorte kan de huid bedekt zijn met een vet geelachtig laagje, vooral wanneer je baby te vroeg geboren werd. Dit heet de vernix caseosa die de huid beschermt. Het is vooral aanwezig in de huidplooien. De vernix verdwijnt snel vanzelf, maar ook door opeenvolgende badjes.

Je pasgeborene kan "behaard" lijken. Vaak worden schouders, rug, voorhoofd en dijen bedekt met een fijn donslaagje. Dat is de lanugo. Het verdwijnt gewoonlijk na enkele dagen.
Je baby kan ook vervellen. Dit is normaal gedurende de eerste twee weken. Je merkt het vooral in de huidplooien en op handen en voeten. Deze vervelling is sterker aanwezig wanneer je baby na de uitgerekende datum geboren werd. Er is dus zeker geen reden om meteen van een droge huid te spreken.
De huid van een voldragen baby lijkt al heel erg op de huid van een volwassene. Dit neemt niet weg dat er toch een aantal specifieke kenmerken zijn waar je rekening mee dient te houden in het dagelijkse verzorgingsritueel.
De huid is namelijk veel dunner, vooral op de billen, het zitvlak en het gezicht.