Hoe beheer je de slaaptijd van je baby volgens zijn leeftijd?

pediater

Dr Valleteau de Moulliac,
Kinderarts adviseur van Laboratoires Sarbec

 “

Hoe beheer je de slaaptijd van je baby volgens zijn leeftijd?

“De slaap van je baby wordt geleidelijk georganiseerd en volwassen met de tijd.

Bij de geboorte maakt hij geen onderscheid tussen dag en nacht. Zijn slaap wordt onderverdeeld in periodes van 2 tot 4 uur (ongeveer 2 uur als hij borstvoeding krijgt). Hij wordt alleen wakker om aan zijn primaire behoeften te voldoen, zoals eten om zijn honger te stillen. Zijn biologische klok, die de periodes van wakkerzijn en slaap regelt, is nog niet aangepast. In feite gaat de pasgeborene geleidelijk van een ultradien ritme (afwisseling van wakker zijn en slapen elke 3-4 uur) naar een circadiaans ritme van 24 uur. De slaapcycli zijn echt aanwezig rond de 4-5 maanden. Zo ontwikkelt zich normaal en natuurlijk het dag-nacht ritme vóór de leeftijd van 6 maanden, met grote variabiliteit van kind tot kind, aangezien sommige zuigelingen dit al kunnen bereiken vanaf de 3e of 4e week. Tijdens de eerste drie maanden treden deze cycli herhaaldelijk op gedurende 24 uur, onderbroken door waakfasen die vooral worden gereguleerd door het gevoel van honger of verzadiging.”

De gemiddelde slaapduur is 23 uur bij de geboorte, 16 tot 18 uur op 3 maanden. Geleidelijk aan zullen de slaapcycli samensmelten tot één blok, dat door sociale verplichtingen afgestemd moet worden op de nacht. Van 3 maanden tot 3 jaar neemt de totale slaapduur langzaam af. Op 1 jaar is dit 14 tot 16 uur, op 3 jaar 12 tot 14 uur (waarvan 2 uur dutje).

Je moet je kind dus helpen om zijn slaap goed te structureren tijdens de eerste levensmaanden, dat maakt het later makkelijker:

  • Om het verschil tussen dag en nacht te vergemakkelijken, voed je hem ’s nachts in alle rust, met gedempt licht, probeer niet te praten en verschoon hem heel voorzichtig in zijn bedje, alleen als het echt nodig is.
  • De dutjes kunnen de eerste weken buiten het bed en bij daglicht plaatsvinden. Zodra het kind beter het verschil tussen dag en nacht begint te maken, is het beter om de dutjes in zijn bedje en in het schemerdonker te doen, om een lange en herstellende slaap te bevorderen.
  • Respecteer deze slaapritmes, stimuleer hem overdag niet te veel, neem een rustig en evenwichtig levensritme aan, zonder opwinding of drukte, en houd vooral rekening met zijn voedingsbehoeften, of het nu aan de borst of met de fles is, zodat hij altijd krijgt wat hij nodig heeft. Controleer zijn comfort, niet te warm en niet te koud, goed ingebakerd, laat hem wennen om alleen en in zijn bedje in slaap te vallen, niet in de armen of tijdens het drinken. Leer zijn vermoeidheidssignalen herkennen. Mis de juiste momenten om in slaap te vallen niet.

 Ouders, word goede “slaapgevers”!

Dr. Valleteau de Moulliac